Problemen met zien ondanks een nieuwe bril?

Uw nieuwe bril is stijlvol en past u perfect. Maar er is één probleem: u hebt nog steeds geen scherp zicht. U vraagt u misschien af wat er mis mee kan zijn. Waarom kunt u nog steeds niet perfect zien, ook al hebt u nu een nieuwe bril? Dit soort problemen met zien kan verschillende oorzaken hebben. Het goede nieuws: het probleem gaat meestal vanzelf weg en u kunt bij uw optometrist terecht als u hulp nodig hebt.

Brillen zijn een uitvinding die mensen het perfecte hulpmiddel in handen geven om gebrekkig gezichtsvermogen te compenseren. Of het nu bijziendheid, verziendheid of presbyopie betreft - voor vrijwel elke visuele handicap zijn momenteel de juiste brillenglazen verkrijgbaar. Uiteraard kan het erg frustrerend zijn als u net een nieuwe bril hebt en niet meteen scherp kunt zien. Dat u dit moet meemaken kan echter aan een aantal verschillende dingen liggen.

Voor elke nieuwe bril geldt dat men er eerst aan gewend moet raken. Voor sommige mensen is een paar dagen genoeg om aan een nieuwe bril te wennen, terwijl anderen daar wel twee weken voor nodig hebben. Het is dus volkomen normaal wanneer u alleen de rand van het montuur van uw bril ziet als u hem voor de eerste keer opzet. Dat heeft te maken met het visuele centrum van de hersenen. Het moet nog wennen aan de nieuwe, sterk verbeterde zichtomstandigheden. Dit geldt ook voor mensen die overstappen op een bril met een andere sterkte dan die van hun vorige bril, of die een nieuw montuur of nieuw type glas hebben gekregen. Het is daarom van belang om uw bril consequent te blijven dragen zodat uw ogen zich erop af kunnen stellen.

Het hoort bij het leven: tussen de 40 en 49 jaar begint het gezichtsvermogen bij mensen af te nemen. Uiteindelijk is een bril onontbeerlijk. Uit een onderzoek onder 20.000 deelnemers bleek dat bijna 60 % van alle personen die voor het eerst een bril nodig hebben, veel te lang wacht voordat men een visueel hulpmiddel aanschaft. Hebben ze eenmaal een bril aangeschaft, dan moet bij hen het visueel centrum van de hersenen ook voor het eerst wennen aan de nieuwe omstandigheden. Dit gebeurt echter behoorlijk snel. Bijna iedereen die voor het eerst een bril draagt, vraagt zich af waarom men niet eerder een bril op sterkte heeft genomen.

Waardevolle tip voor wie al een bril draagt en bij wie de sterkte van de brillenglazen spectaculair is toegenomen (bijvoorbeeld als gevolg van ernstig astigmatisme of bijziendheid) vanwege een lange controleafstand: het hersencentrum moet wennen aan de nieuwe visuele indrukken voordat u weer comfortabel en perfect kunt zien. Heb dus geduld met uw nieuwe bril. In het algemeen is voor iedereen die een bril draagt een oogtest eens in de twee jaar aan te bevelen.

Dankzij multifocale brillenglazen  is scherp zicht mogelijk op alle afstanden. De zones voor verschillende zichtafstanden raken telkens met elkaar vermengd. Hierdoor is het mogelijk elk detail helder te zien - zowel van dichtbij als veraf, zonder dat het beeld verspringt. De gewenningsperiode kan maximaal drie weken duren. Wel moet u gedurende deze hele periode uw bril dragen. Gewenning is met name voor oudere mensen moeilijk als de verschillen tussen het nabije en verre bereik groot zijn. In zulke gevallen kan de gewenningsperiode maximaal drie weken duren.

Een tip van de experts:  als u problemen ondervindt, zorg dan dat u in het begin uw nieuwe bril alleen draagt als u zit. Neem de tijd om te wennen aan uw nieuwe multifocale bril door deze elke dag te dragen bijvoorbeeld bij het traplopen, het besturen van een auto of tijdens het beoefenen van een sport. Het spreekt voor zich dat de kwaliteit van de brillenglazen een belangrijke rol speelt. Ga altijd te rade bij uw optometrist voor professioneel advies en hulp.

Lijdt u aan plotselinge aanvallen van slecht kunnen zien ook al draagt u een nieuwe bril die u zich onlangs hebt laten aanmeten? In dat geval kan het zijn dat u lijdt aan een chronische aandoening, bijvoorbeeld diabetes of hypertensie. Beide aandoeningen kunnen een enorme invloed hebben op uw gezichtsscherpte. In dat geval worden de problemen met uw gezichtsvermogen mogelijk niet veroorzaakt door uw bril, maar door grote schommelingen in uw glucosespiegel of bloeddruk. Veel mensen zijn zich er niet eens van bewust dat ze lijden aan deze aandoeningen. Een controle wordt dan ook sterk aangeraden.

Sommige geneesmiddelen kunnen ook van invloed zijn op uw gezichtsvermogen. Vraag de arts of dit geldt voor geneesmiddelen die u gebruikt.

Als u nog steeds niet tevreden bent en uw gezichtsvermogen gaat er niet op vooruit, laat de optometrist dan de specificaties van uw bril opnieuw beoordelen. Zorg dat de sterkte van de brillenglazen klopt en dat de glazen gecentreerd zijn. Misschien moet u ook de pasvorm van uw bril na laten kijken: een bril die op uw neus heen- en weer beweegt of niet recht zit kan de correctie en daarmee het gezichtsvermogen nadelig beïnvloeden. De optometrist is de expert die al deze controles kan uitvoeren en ook uw brillenglazen kan laten nakijken door de fabrikant.

Overigens: mocht u andere problemen met uw bril hebben, bijvoorbeeld met de glasoppervlaktevlakken, ook dan kunt u contact opnemen met uw oogarts. Hij of zij zal de omstandigheden beoordelen en besluiten of het nodig is om uw brillenglazen door de fabrikanten te laten controleren. Mechanische, thermische of chemische factoren kunnen mogelijk een impact hebben op de coating. Krassen op uw brillenglazen kunnen uw zicht ook nadelig beïnvloeden. Dit is vervelend omdat de krassen niet kunnen worden verwijderd en de brillenglazen dus moeten worden vervangen.